RSCA Women begon in Wemmel: de damesploeg van 1971
29/09/25
RSCA Women, de vrouwenploeg van Anderlecht, is als recordkampioen een vaste waarde aan de top van het Belgische voetbal. Een pionierende Wemmelse vrouwenploeg ligt aan de basis van dit succesteam.

Al sinds de Eerste Wereldoorlog wordt er gevoetbald in Wemmel. Eerst door Wemmel Sportif, nadien door Vlug Op Wemmel, dat in 1930 werd opgericht. In 1977 werd FC Play Boys Wemmel de rivaal van VO Wemmel. Tot het in 1988 tot een fusie kwam en KVK Wemmel het licht zag. Maar in 1971 had Vlug Op Wemmel ook een damesploeg opgericht. Die zou meteen in de hoogste regionen van het vrouwenvoetbal spelen, tot het team bij RSC Anderlecht werd ondergebracht.
Constant Vanden Stock
Over de geschiedenis van het vrouwenteam van Anderlecht schreef Lucien Paulis het boek De andere kleedkamer van RSC Anderlecht. Paulis was vroeger docent lerarenopleiding aan de Rijksnormaalschool in Laken, voetbalde zelf eerst bij Royal White Star AC en uiteindelijk bij Vlug Op Wemmel. Niet lang nadat VO Wemmel Dames was opgericht, stemde hij toe om coach te worden, op voorwaarde dat de zaak ‘serieus’ zou worden genomen. Paulis zou 39 jaar trainer blijven, en ook in de Anderlechtse periode nog veel successen behalen.
Lucien Paulis: ‘VO Wemmel Dames begon juist voor er in 1971 voor het eerst een Belgische competitie voor vrouwenteams werd opgericht. Die telde drie evenwaardige reeksen, en wij eindigden in dat eerste seizoen als tiende op twaalf ploegen in onze reeks. In het volgende seizoen ’72-’73 waren er al vier evenwaardige reeksen, en werd beslist dat de vier besten uit elke reeks het seizoen nadien de allereerste ‘Eerste Nationale Afdeling’ voor dames zouden vormen. Het lukte ons om daarbij te zijn, want we werden tweede na HO Merchtem.’
Ook op dat hoogste niveau volgden successen, vertelt Paulis. ‘Toen de vrouwen niet langer deel moesten uitmaken van een mannenclub, werden ze onafhankelijk als Wemmel Dames 71’, en verhuisden ze van het terrein aan de Robbrechtsstraat naar het B-veld aan de Brusselsesteenweg. We werden toen in 1975 meteen derde.’
In 1976 verdween Wemmel D71 uit de gemeente. Omdat het sportcomplex aan de Brusselsesteenweg werd uitgebouwd, klopte Paulis aan bij Racing Jet, dat op de kleine Heizel speelde. ‘Een fusie met Racing Jet kwam er niet, maar van de stad Brussel mochten we de terreinen van de Heizel blijven gebruiken. Daarom is de naam van de club in juli 1978 veranderd in Brussel Dames 71.’
In 1984 won Brussel D71 een eerste keer de Belgische bekerfinale. Bij een tweede finale een jaar later, die vlak na het Heizeldrama in het stadion van Anderlecht werd gespeeld, was Anderlechtvoorzitter Constant Vanden Stock er bij. Na nog een aantal kampioenschappen en bekers, nodigde Vanden Stock Paulis en diens vrouw in 1993 uit op zijn kantoor. ‘Hij stelde een aantal vragen, en toen duidelijk was dat we niet om geld kwamen bedelen, was de zaak beklonken.’ In ’94 wonnen de kersverse Anderlechtvrouwen meteen weer de Beker van België.
Tussen pot en pint
Volgens Jean-Paul Aerts, die vroeger speler was bij de eerste mannenploeg van Vlug Op, was het na een titel van de junioren bij de mannen dat tussen pot en pint beslist werd om met onder meer de moeders van een aantal spelers een vrouwenploeg op te richten. ‘Jef Van Humbeeck was de eerste trainer. Daarna volgde Pitou Goossens en dan Lucien Paulis. In eerste instantie moesten ze nog zoeken naar tegenstanders. Maar eenmaal in competitie ging het snel. Al waren er na een jaar al niet veel speelsters meer over van dat oorspronkelijke elftal.’
Wie het wel lang volhield, was Jean-Pauls eigen moeder Ferdinanda Munster. ‘Zij was beginnen te voetballen omdat die sport in haar lichaam zat. Ze ging ook elke week mee naar Anderlecht kijken met mij en mijn vader. En ook vandaag volgt ze de ploeg nog van nabij.’
Vlug Op-voorzitter Albert Lambert stond een ‘onderbestuur’ toe voor het vrouwenteam, waartoe behalve Paulis’ vrouw Chris Vandenbossche ook Jeanine Huygens behoorde. Zij was de vrouw van topscheidsrechter Marcel Van Langenhove en ook een van de eerste speelsters. Nog een pionier was Jacqueline Willems. Zij was de eerste keepster, een tijdlang secretaris, en ook de uitbaatster van restaurant Parkhof, dat lang als uitvalsbasis fungeerde voor het team. Eugène Beutels was lang voorzitter, en zijn dochter Marina een Wemmelse speelster.
Ex-international
Speelden in het begin nog verschillende Wemmelse vrouwen mee, dan werden al snel ook speelsters van elders naar de club gehaald, ook internationals. Maar Lydia Desmet, nu 69 jaar, was en is nog altijd een echte Wemmelse, die zowat de hele jaren 70 voor de club speelde, en toen ook werd geselecteerd voor de nationale ploeg. ‘Ik was maar 13 jaar en een half toen ik begonnen ben bij Vlug Op. Ik ben dus lang de jongste gebleven. Ik leerde voetballen tussen de jongens op het pleintje aan de J. De Ridderlaan, waar nu residentie Geurts staat. Dat was de beste leerschool. De schoonvader van Marcel Van Langenhove was melkboer en zag mij altijd op straat spelen. Hij zei tegen mijn ouders dat zijn dochter Jeanine Huygens, de vrouw van Marcel, een ploeg zou opstarten. Zo is het begonnen. In het begin waren er dames bij die veel ouder waren, maar veel van hen zijn ook snel weer gestopt. Het leven was ook anders. Je deed het er als vrouw wat bij, en je stopte natuurlijk voor je studies of je kindje.’
Steun voor de vrouwenploeg was er nochtans wel. De sponsor die voor kleding en sporttassen zorgde, was Jan Van De Voorde van nieuwkuis Mireille. Lydia: ‘Als de publiciteit leesbaar was in de krant, kreeg de ploeg wat extra centen. Dan was je zo fier als een gieter. Mijn papa kocht dan drie kranten. Lokale supporters kwamen ook kijken naar het volk dat ze kenden. De accommodatie was natuurlijk niet altijd geweldig. Op verplaatsing was er in plaats van douches soms alleen maar een bak met water.’
Niet voor het geld
Lydia ging ook nog even bij Roosdaal en Begijnendijk spelen, maar als ze was ingegaan op het voorstel van topclub Standard Fémina, zou ze haar ouders te veel gemist hebben. De talrijke buitenlandse reizen met de dames van Wemmel én de nationale ploeg leverden genoeg goede herinneringen op. ‘Voor ons was dat uniek: op reis met vriendinnen onder mekaar en zonder ouders.’
De enige vraag die Lydia wel eens hoort, is of ze wel alles uit haar carrière heeft gehaald. ‘Misschien was ik beter wat braver geweest,’ lacht Lydia, ‘maar als ik op zaterdagavond wilde uitgaan, dan deed ik dat. Wat anders? Voor het geld moest je het zeker niet doen, wel voor het plezier. Op dat moment kon je als vrouw niet meer van het voetbal verwachten.’
Tekst: Michaël Bellon
Foto: © Tine De Wilde
Uit: zandloper oktober 2025